Menu
Wees ‘gebiedend’ naar de coachee of cliënt, vertel het waar te gaan staan. Wees duidelijk in wat je van de coachee verwacht. Wees niet bang of bescheiden, mensen vinden het vaak alleen maar prettig als je aandacht besteed aan hun veiligheid. Natuurlijk kan dit op een vriendelijke wijze. Zoals: “Je mag even daar gaan staan, dan kom ik met het paard langs gelopen en mag jij naar ons toe komen als ik je bij ons roep”.
Wie is waar?
Zorg ook altijd dat mensen naast of voor jou lopen als jullie met het paard verplaatsen, laat mensen nooit te dicht achter het paard lopen. Ook al denk je dat er niets gebeurd en voelt het kalm aan, je weet nooit waar het dier van schrikt of wat jullie samen tegenkomen. Zelfs de meest kalme paarden blijven ‘prooidieren’ die op de vlucht kunnen slaan. Zwak niet af omdat het dier zo makkelijk is, daar ligt het grootste risico.
Tuigage
Zorg dat je eventuele tuigage, halstertouwen, leadropes en halsters heel en dus veilig zijn. Kijk dit regelmatig na en verzorg het goed. Hou dit ook bij in een harnachement checklist (zie artikel veiligpaardrijden KH mei 2019). Zo kun je aantonen dat je harnachement veilig is mocht er toch iets mee gebeuren.
Wees alert op hoe men het halstertouw vasthoud en wees zelf altijd een voorbeeld!
Spreek af wat je verwacht
Neem ‘gedragingen’ door met de coachee of de groep voor je begint. Denk aan: Rust houden bij de paarden, niet schreeuwen en rennen en geen overdreven gebaren maken en bespreek wat jullie gaan doen die dag.
Door: Rosa van Veen
